Hoog krimigehalte
Het krimigehalte van De Archimedescodex zit 'm erin dat Noel op zoek gaat naar de lotgevallen van dit manuscript sinds het rond 970 werd geschreven. Dat levert boeiende cultuurhistorische bladzijden op, waarin vooral twee schrijnende momenten in het oog springen: de plundering van Constantinopel in 1204 door de kruisvaarders, een catastrofe van de eerste orde voor honderden unieke manuscripten met teksten uit de oudeheid die op dat moment definitief verloren gingen, en de twintigste eeuw, die meer dan alle eeuwen voordien schade heeft berokkend aan dit manuscript. Het zijn huiveringwekkende bladzijden in De Archimedescodex. Zo werden er rond 1940 vervalste miniaturen aangebracht om het manuscript kostbaarder te doen lijken. Dat zijn nu van de moeilijkst leesbare folio's. |
Folio 57r van de Archimedespalimpsest zoals die er nu uitziet. De tekst gaat schuil onder een vervalsing, geschilderd na 1938. |
Een röntgenfluorescentiefoto van folio 57r om de teksten onder de vervalsing zichtbaar te maken. |
Noels verslag leidt ook tot technische en zeer gedetailleerde beschouwingen over de tergend trage behandeling van de fel gehavende perkamentcodex, over de aarzelende lectuur van lettertjes en woorden, en over synchrotronstraling en de multspectrale optische beeldvorming, die na veel mislukkingen een doorbraak heeft betekend. (Ik onthoud er onder meer uit dat er na 9/11 in de VS geen beeldtechnici meer beschikbaar waren omdat ze met z'n allen met vette contracten voor de Amerikaanse overheid werkten in de war on terror.) Op deze bladzijden lijkt De Archimedescodex op een verslag van hoogwetenschappelijk onderzoek, met de bijhorende stilstanden, duikvluchten en hoeramomenten. Het mocht best wat minder zijn - ik beken: ik heb pagina's ongelezen gelaten en de detailzucht is niet altijd bevorderlijk voor de spanningsboog en de leesbaarheid. Hamvraag bij boeken voor het grote publiek over zulke thema's is of de auteurs erin slagen hun stuff te vulgariseren door er voldoende afstand van te nemen. Dat is hier niet altijd gelukt. |
'Je vergeeft de opgewonden auteurs graag het gewillige gebruik van adjectieven als 'verbluffend', 'magisch', 'buitengewoon', 'sensationeel' en 'opzienbarend', die onvermijdelijk ook eigenlof voor hun project zijn.' |
Daar komt bij dat dit boek een open einde heeft en eigenlijk een tussentijds verslag is: het werk is nog volop bezig en je kunt het volgen op www.archimedespalmpsest.org. Het gaat hier bijvoorbeeld nauwelijks over de niet-Archimedes teksten die het manuscript óók bevat. Logische vraag: komt De Archimedescodex niet te vroeg? Is het de auteurs om de ruchtbaarheid te doen, zoals ze in de loop van hun onderzoek al vaker de Angelsaksische pers handig hebben bespeeld, terecht en met resultaat? Maar laat ik duidelijk zijn: dit werk is hoe dan ook van een heel ander allooi dan het pseudo-spectaculaire nieuws dat archeo- of papyrologen wel eens op de wereld loslaten over alweer een aanstormende nieuwe vondst die al onze inzichten op hun kop zal zetten, of pakweg een onbekende tekst over Jezus, of een bijzondere ontdekking met flinke toeristische potenties. (Enkele weken geleden was het weer van dattum: in Rome is de grot ontdekt waar Romulus en Remus ooit door hun wolvin zijn gezoogd. Rare business, de verblijfplaats van mythologische figuren ontdekken ...). Hier gaat het over een échte verrijking en over het resultaat van jarenlang onderzoek met medewerking van wereldspecialisten in de materie en van vrijwillige enthousiastelingen. Je vergeeft de opgewonden auteurs graag het gewillige gebruik van adjectieven als 'verbluffend', 'magisch', 'buitengewoon', 'sensationeel' en 'opzienbarend', die onvermijdelijk ook eigenlof voor hun project zijn.' |