Het
Romeinse unciaalschrift (littera uncialis) komt waarschijnlijk uit
Noord-Afrika en is ontstaan in de 2de of 3de eeuw na Chr. Hoewel er
weinig bekend is over het begin van zijn ontstaan, zijn er duidelijke
overeenkomsten met de Griekse unciaal. Dit functioneel, rond schrift
bestond reeds in de 3de eeuw voor Chr. De eerste liturgische manuscripten
werden in dit schrift geschreven.
In
313 na Chr. werd het Christendom onder de Romeinse keizer Constantijn
de officiële staatsgodsdienst. Het is aannemelijk dat de eerste
christenen de Griekse unciaal bewust aanpasten aan het Latijn,
de taal van hun nieuwe religie.
|
|
Kerkvader Hiëronymus |
In
597 bracht de missionaris Sint Augustinus het unciaalschrift vanuit Rome
naar het zuiden van Engeland. De Unciaal kreeg haar naam van de Heilige
Hiëronymus (kerkvader), die met enige overdrijving sprak over 'duimhoge
letter' (Latijn
UNCIA= duim). Hiëronymus was een van de vertalers en
samenstellers van de Vulgaat, de bijbel voor het volk. Hij gebruikte
de naam UNCIA waarschijnlijk
spottend, uit verzet tegen de verkwistende gewoonte om voor luxe edities
grote letters te gebruiken.
|
Tegen
de tijd dat de tweelingabdij van Wearmouth en Jarrow werd opgericht,
in 674 en 682, was de Unciaal in Engeland gemeengoed geworden.
Het duurde niet lang of de monniken van Wearmouth, Jarrow en Southumbria
(de streek ten zuiden van de Engelse rivier de Humber) maakten manuscripten
van een kwaliteit die kon wedijveren met wat elders in Europa werd
gemaakt.
Ze
schreven o.a. de toonaangevende Codex Amiatinus. De unciaal
in dit boek was een complexe en van schreven voorziene versie
met
dunne
horizontale en dikke verticale streken.
|
Klik
hier voor vergroting |
Klik
hier voor vergroting
|
Het
Vespasiaanse psalter werd geschreven in de abdij van St.-Augustinus
in Canterburry in het
begin van de 8ste eeuw. De annotaties in de interlinie
stammen uit de 9de eeuw en vormen de eerste bekende vertaling
van de psalmen in het Engels.
De
hoofdletter D aan het begin van psalm 26, met
daarin
David
en
Jonathan,
is het vroegste voorbeeld van een gehistoriseerd initiaal in westerse
manuscripten. De versierde titel is geschreven in opgebouwde Romeinse
kapitalen.
|
Vanaf
1897 bestudeerde de Engelse arts Edward Johnston de oude
formele boekschriften. Hij moderniseerde verschillende lettertypes
o.a. ook de
Unciaal. In 1906
gaf hij een boek uit: Writing & Illuminating & Lettering. Hierin geeft hij de
constructie van de letters weer en geeft hij talrijke tips i.v.m. design
en decoratie.
|
|
S.H
de Roos heeft in 1938 twee versies van de Unciaal ontworpen als
drukletters: de Libra en de Simplex.
|
Libra
|
|
|